Home
Ik richt mij naar de ster van ebbenhout
boven velden vol asfodillen vervluchtigd de wierookgeur der kleine winkels
ooievaars peinzen aan den rand der plassen als wilden zij er het geheim ontdekken
van hun smartelijke verlatenheid
tusschen verloren rotsen spuiten golven als walvisschen witte fonteinen
het azuur boven de vlakte is vol stille geluiden alsof kleine Arabische kinderen
op naakte voeten naar de hemel klommen.
Ik richt mij naar de ster van ebbenhout
oogen, verblind door het licht der néonletters zijn niet toegankelijk voor haar
nachtelijk licht
ooren, verdoofd door het getik der schrijfmachines, zullen den waterval niet
hooren van haar vonken
lichamen die zich verdrongen voor de bankloketten zijn ondoordringbaar voor
haar stillen gloed.
Opziende naar de ster van ebbenhout heb ik de notie der dingen die afgedaan
moeten worden verloren
tijd en zelfverwijt verdampten zooals de storm het schuim verwaaid heeft dat
opspoot boven de rotsen
ik heb mij aan licht beneveld dat iedere porie vulde met mijn branden lichaam
de liefde die mij omvademde ging de liefde voor bepaalde dingen en menschen
ver te buiten
terwijl ik de ster van ebbenhout naderde heb ik mij verwijderd van alles wat
belangrijk scheen en niet kon worden uitgesteld tot morgen.
Ik ben geworden als de kurkeik, die langs de wegen van Spanje staat nadat men
haar van schors ontdaan heeft
de nevels van mijn land heb ik afgeworpen als een te zware mantel die men
achterlaat in een kleine zolderkamer
ik heb mijn longen gevuld met licht en de ebbenhouten ster heeft de plaats ingenomen
van mijn hart dat al te regelmatig, als een uurwerk tikte.
Terwijl ik mij verwijderde van het geluid der steden heb ik de stilte in mijn gehoor hervonden
terwijl ik mij ontdeed van mijn gedachten heb ik het wezen van het leven zelf
ontdekt als een onbekende bron waar, in de vlakte, de schapen komen dringen
terwijl ik de ebbenhout ster volgde is mijn lichaam doorzichtig geworden van liefde.
Ik ben geworden als een geitje dat in de straten gemolken wordt om aan de
kleine kinderen melk te geven
als de Atlas waarvan de top in de nevelen schuil gaat
of als de verdorde vlakte die toch slechts den regen wacht om te ontbloeien.
Ik richt mij naar de ster van ebbenhout en hoor het hart der wereld in mij
kloppen als een tamboer die met zijn roffel de ziel uit haar slaap wekt.
Fragment uit het gedicht Een ketter in Moorenland uit de gelijkgenaamde bundel uit 1936.
Reageer: info@jeflast.nl Laatste aanpassing 21 februari 2005
Home
|